dinsdag 24 februari 2015

Zuur.


Dat opzichtige tongen draaien, vrijen, tasten in de openbare ruimte is toch vooral een pose. Kijk ons eens verliefd zijn, muilen ze iedereen in ongevraagd het gezicht. Dat denkt de oude vrouw wanneer ze een verstrengeld paartje voorbij wandelt.

Hoewel, oud is ze niet, nog niet echt, maar ze ziet in haar gezicht de oude vrouw die ze binnenkort zal zijn en dat is genoeg. Sedert een paar jaar draagt ze kleren die ze vroeger als verstandig aan het rek zou hebben laten hangen. Nu zitten ze gewoon lekker en kosten ze vooral geen moeite. Beter zo, dan haar vriendinnen, die nog uren leegte kunnen wegkletsen over leuke winkeltjes, goede stofjes en de kleurtjes van het seizoen, en dat terwijl ze nooit meer echt mee zouden zijn, daarvoor puilde er te veel oud vlees over onverwachte randjes, vloekte dat paar schoenen van een paar seizoenen te lang geleden te opzichtig. Nee, dan haar praktische plunje in donkere kleuren en degelijke stoffen. Zij heeft de frivoliteiten net op tijd ontstegen en kan zich dus superieur wanen aan de frivolen. Met hun net-niet jurken die zo potsierlijk afsteken tegen het vlees onder hun kin dat de zwaartekracht steeds slechter weerstaat. Dat zijn geen vrouwen meer, maar luchtspiegelingen van vrouwen. Als je te dicht komt zie je de dood schuilen in de plooitjes van hun gezicht waar het altijd te donkere poeder zich heeft opgehoopt.

Toch staat er op haar zolder nog een grote kist vol fleurige zijde, diep uitgesneden jurken en schoenen in felle kleuren. Ze kan wel gillen omdat ze zich zo oud maakt - daardoor is ze nu al oud, maar tegelijk heeft ze nog zo lang te leven. Om de rest van dat leven door te komen, verkiest ze er vroeg oud uit te zien ver boven wanhopig jong. 'Och, gij maakt alles veel te moeilijk,' zou Peter zeggen, al op weg naar de koelkast om er de troostfles witte wijn uit te halen. Maar Peter drinkt tegenwoordig liever rood en nooit meer met haar.

Vandaag is iedereen in de stad rozig jong en verliefd, om haar te kwellen. Op de roltrap naar de metrohalte laat ze haar schoudertas ruw botsen tegen weer twee versmolten tieners. Door zich naar nergens te haasten hoeft ze zich niet meer te excuseren, vindt ze.

'Zuur wijf,' hoort ze. Of denkt ze zelf.