Dat opzichtige tongen
draaien, vrijen, tasten in de openbare ruimte is toch vooral een
pose. Kijk ons eens verliefd zijn, muilen ze iedereen in ongevraagd
het gezicht. Dat denkt de oude vrouw wanneer ze een verstrengeld
paartje voorbij wandelt.
Hoewel, oud is ze niet,
nog niet echt, maar ze ziet in haar gezicht de oude vrouw die ze
binnenkort zal zijn en dat is genoeg. Sedert een paar jaar draagt ze
kleren die ze vroeger als verstandig aan het rek zou hebben laten
hangen. Nu zitten ze gewoon lekker en kosten ze vooral geen moeite. Beter
zo, dan haar vriendinnen, die nog uren leegte kunnen wegkletsen over
leuke winkeltjes, goede stofjes en de kleurtjes van het seizoen, en
dat terwijl ze nooit meer echt mee zouden zijn, daarvoor puilde er te
veel oud vlees over onverwachte randjes, vloekte dat paar schoenen
van een paar seizoenen te lang geleden te opzichtig. Nee, dan haar
praktische plunje in donkere kleuren en degelijke stoffen. Zij heeft
de frivoliteiten net op tijd ontstegen en kan zich dus superieur
wanen aan de frivolen. Met hun net-niet jurken die zo potsierlijk
afsteken tegen het vlees onder hun kin dat de zwaartekracht steeds
slechter weerstaat. Dat zijn geen vrouwen meer, maar
luchtspiegelingen van vrouwen. Als je te dicht komt zie je de dood
schuilen in de plooitjes van hun gezicht waar het altijd te donkere
poeder zich heeft opgehoopt.
Toch staat er op haar
zolder nog een grote kist vol fleurige zijde, diep uitgesneden jurken
en schoenen in felle kleuren. Ze kan wel gillen omdat ze zich zo oud
maakt - daardoor is ze nu al oud, maar tegelijk heeft ze nog zo lang
te leven. Om de rest van dat leven door te komen, verkiest ze er
vroeg oud uit te zien ver boven wanhopig jong. 'Och, gij maakt alles
veel te moeilijk,' zou Peter zeggen, al op weg naar de koelkast om er
de troostfles witte wijn uit te halen. Maar Peter drinkt tegenwoordig
liever rood en nooit meer met haar.
Vandaag is iedereen in de
stad rozig jong en verliefd, om haar te kwellen. Op de roltrap naar
de metrohalte laat ze haar schoudertas ruw botsen tegen weer twee
versmolten tieners. Door zich naar nergens te haasten hoeft ze zich
niet meer te excuseren, vindt ze.
'Zuur wijf,' hoort ze. Of
denkt ze zelf.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten